Iedereen heeft er wel een gevoel bij als ik zeg dat ik werk als rouwtherapeut. Zo van: “Goh is dat niet zwaar. Dat is altijd verdriet. Dat je dat kunt!”
En dat typeert hoe we met dood omgaan. We vinden het ongemakkelijk, het schuurt een beetje, we vallen stil. We willen de ander niet tot last zijn en slikken daarom maar het verdriet in.
Hoe zou het zijn als we met gemak over de dood praten, onze gevoelens, zowel donker als licht. Dat het ongemakkelijk mag zijn en ook zacht. Dat energie soms ver te zoeken is.
Alles toe te laten wat er is, het verdriet een plek geven die het verdient, niet te steng zijn voor jezelf, balanceren tussen geven en nemen. Soms ook een beetje net alsof doen. Jezelf leren kennen als mens in de rouw.
Gevoelens van boosheid, verlaten voelen, hart breken. Dingen doen die je nooit voor mogelijk had gehouden. Soms ook een beetje net doen alsof.
Dat is wat ik doe en wat rouw zo waardevol maakt. We hebben immers allemaal te maken met verlies.
Mijn wens is dat het gewoon is om over de dood te praten. Waarbij werkelijk luisteren, zonder in te vullen nog wel krachtiger is dan praten. We hebben nog wat te leren met elkaar.
Ik wil daar graag de stappen in zetten in mijn werk als rouwtherapeut.
Nooit is iemand zeker van iets,
te worden geliefd,
te worden verlaten,
alles kan en alles mag
Alles wisselt elkaar af.
Uit: Moed van Judith Herzberg
Marianne Verdijsseldonk
Rouwtherapeut
0 reacties